Week 2
Zaterdag 4 augustus
Vandaag een rustiger dagje. We kunnen alle spullen laten liggen, want we komen hier vanavond weer terug. Het wordt een rondrit in het noordoosten, naar de vallei van Borgafjördur Eystri. We zien nu hele mooie watervallen op de pas die gisteren nog helemaal in de mist lag. Daarna rijden we door een mooi dal, met een fantastisch zonnetje en helder weer. Als we bij de kust aankomen moeten we weer een bergpas over, maar we blijven onder de wolken. Aan de andere kant is het mooi, maar je ziet hier ook dat het leven hier erg ruig en afgelegen is. Een paar boerderijen en vissersboten en verder alleen rotsen, wind en water. Nu – in de mooie zomerzon – mooi om te bekijken, met echte een idyllisch haventje waar veel zeevogels broeden. Ook papegaaiduikers, maar die krijgen we niet zo mooi op de foto als eerst. Ook waait het hier hard. We vragen ons af hoe het leven hier ’s winters zal zijn. In het dorp bezoeken we nog een stenenwerkplaats en de mooie kerk, daarna over dezelfde weg terug. Halverwege de bergpas rijden we eerst nog even de Innra Hvannagil in, een mooi kleurrijk ravijn waar we nog naar mooie stenen zoeken. Daarna via een aantal gravelwegen weer terug naar Seydisfjördur. Op aanraden van de dame van de jeugdherberg gaan we naar de bistro, waar we hele lekkere pizza eten, met echte IJslandse ingrediënten, zoals kreeft en zeevruchten. Na een wandelingetje door het dorp komen we weer terug en gaan we even de foto’s bekijken. Daarna weer vlug naar bed.
Zondag 5 augustus
Vandaag zijn we vroeg opgestaan omdat we weer wat kilometers mochten afleggen voordat we bij de volgende locatie aankwamen. De route van de IJslandspecialist hebben we aangepast, zodat we wat meer de binnenland zagen en wat minder de 1. Dat bleek een heel goed idee. Deze dag was echt indrukwekkend. We rijden niet terug langs het meer waarin het IJslandse monster van Loch Ness (Wyrm) woont, maar we rijden door over de hoogvlakte. We hebben uitzicht op de gletsjer Vatnajökul en de berg Sneafell. We komen uit bij een nieuwe stuwdam in Kárshnjúkar. Er achter ligt een groot meer, tot aan de gletsjer en ervoor een enorm lange en diepe kloof. Indrukwekkend om te zien wat hier, in de middle of nowhere, is gebouwd. Hier houdt de gewone weg op en begint een jeepspoor, de F910. Dat hebben we geweten. De komende uren wordt het hobbelen geblazen. Yvonne heeft haar handen er vol aan, maar het landschap is echt schitterend. Dit is het gebied waar de eerste astronauten hebben geoefend voordat ze naar de maan gingen, en wij snappen wel waarom. Overal zand, stenen, bergen en stof, maar ook heel veel kleuren van bloemen, grassen en het blauw van het water en de lucht. Je snapt niet er zoveel leven is in deze “vulkaanwoestijn”. Erg leuk en ook wel een beetje spannend zijn de vele rivierdoorsteken, want bruggen zijn er niet in dit gebied, maar het gaat allemaal zonder problemen. En dat allemaal bij on‑IJslands weer. “De zon schijnt de hele dag volop en er is bijna geen wind. Een aantal uren later komen we weer in de bewoonde wereld. Als we in 3 uur tijd 5 auto’s hebben gezien is het veel. Hier is een piepklein dorpje, waar we een welverdiend ijsje eten. Daarna door richting Myvatn. We pikken nog even een cache op bij een echte brug en bekijken een krater die aan één kant open is. Je kunt er gewoon binnen rijden. Daarna gaan we naar het Námaskarth-gebied. Weer een echte IJslandse attractie. Hier komt allerlei stoom uit de bodem. Het piept en blaast, de modder kookt hier en er zijn allerlei kleuren door de mineralen die hier omhoog komen. Alleen jammer dat het een beetje (volgens de heren) of een beetje meer (volgens de dames) naar rotte eieren ruikt. Terwijl de heren nog volop foto’s maken, kiezen de dames eieren voor hun geld en ze vluchten de auto in. Als ook de volgende attractie, het Kaflaveld wel heel erg stinkt, besluiten we dat het mooi is geweest en gaan we op weg naar ons guesthouse. We rijden langs het mooie Myvatn meer, volg met eilandjes en heel veel vogels en komen aan bij een boerderij / hotel. Daar verteld de dame van de receptie ons dat ze een fout hebben gemaakt, zodat we geen kamer zonder voorzieningen krijgen, maar een heel vakantiehuisje met beddengoed en een eigen keuken, douche en toilet. Of we dat erg vinden? Nou, we hebben het haar vergeven en hebben nu lekker drie dagen een huisje voor ons zelf. Eén nadeel merken we wel als we binnen komen: Net als overal in IJsland, staat ook hier de verwarming heel hoog. Het is bloedheet binnen. Vlug de ramen open en koken. Dit keer goed gevulde macaroni en Skyr (IJslandse yoghurt) na. Met onze buikjes vol gaan we naar bed.
Maandag 6 augustus
Het was vandaag een luxe omdat we na het wassen niet zelf voor ons ontbijt hoefde te zorgen. We hebben namelijk deze 3 dagen ontbijt bij de locatie zitten. Dat is best ideaal. We waren wederom vroeg op omdat we vandaag op walvissenjacht gaan. Dus na het ontbijt op weg naar Húsavik. De plaats waar maar liefst 2 organisaties dit regelen. De mevrouw van het guesthouse was zo vriendelijk voor ons te boeken in het IJslands. Het dorpje was niet groter als 2 straten een haven en een kerk. (hebben in beide locaties dus een cache gelicht). Het was super mooi weer, in het begin wat nevelig, maar in de loop van de ochtend was de lucht mooi blauw met hier en daar een witte wolk. De baai waar de walvissen zwemmen was super glad waardoor zelfs Linda niet over boord hoefde te hangen, maar kon genieten van de walvissen en witsnuit dolfijnen die we gezien hebben. Het was super. We hebben een bultrug en een vinvis gezien. We konden echt langs de dieren op varen en zagen echt hun bewegingen. Je kunt wel raden dat we veel foto’s gemaakt hebben. We kregen op de vaart terug naar de haven nog warme chocolademelk en een IJslandse lekkernij (Kleina). Voor ons was het net een droge oliebol zonder krenten. Wel lekker, maar we zullen het niet gaan kopen deze vakantie. Na de tocht hebben we in de haven genoten van een lekker lunch in een restaurantje en zijn we verder gereden naar de hoefijzervormige rotsformatie Asbyrgi, wat leuk was om te zien. Aangezien we wat in tijdnood kwamen hebben we besloten hier niet te gaan lopen en door te rijden naar de grootste waterval van Europa, de Dettifoss. Het was een hele brede waterval en het water was echt heel grauw van alle gruis en modder die erin zat. Het ging met veel geweld van die berg af. Dichterbij de waterval werden we nat van de waternevel. We zijn nog een stukje stroomopwaarts gelopen waar we de waterval Sellfos nog konden zien. Hierna zijn we naar het dorpje Reykjahlid gereden waar we in een bistro lekker gegeten hebben. We werden door een van de meisjes die er werkten in het Nederlands aangesproken. Bleek dat haar moeder Nederlandse was. We hebben van haar nog een aantal tips gekregen wat we morgen nog allemaal kunnen gaan doen. We zijn er al achter dat we nog een keer terug moeten naar die hele mooie land. Op de terugweg nog een cache opgepakt bij het Myvatnmeer. Door het mooie weer bleken er echter wel heel veel mugjes, zodat we vlug terug gingen naar ons huisje.
Dinsdag 7 augustus
Vandaag hebben we een luierdagje gehad. We hadden namelijk de tijd om hier in de omgeving wat rond te tuffen. Dit resulteerde er in dat we lekker hebben uitgeslapen en op het laatste nippertje nog een ontbijt konden scoren in het hotel. Maar het is inderdaad gelukt J. Na het ontbijt zijn we naar Dummiborgir gegaan. Dit is een gebied met veel lavavelden. Hier hebben ze verschillende wandelroutes uitgezet. Wij hebben de meest populaire gedaan, onder andere naar de Kirka, een grot in de lava. Na de lunch zijn we naar het gebied Leirhnjúkur van het Kaflaveld geweest. Hier hadden we vorige dagen geen tijd meer voor. Dit was toch anders dan het solfatarenveld Námaskard dat we eerder hadden gezien. Dit was op de berg en we zagen minder modderpotten, maar veel meer lava en er kwam overal stoom en uit de grond. Dit alles in een landschap met de mooiste kleuren. De dames waren niet blij dat we naar dit “stinkveld” gingen, maar uiteindelijk viel de schade wel mee. Dit kwam door de wind en omdat het terrein op de berg lag. We hebben hier de twee routes over het terrein gelopen en de heren hebben weer een aantal foto’s geknipt. Vlak ernaast lag nog het kratermeer Viti waar we naar toe gegaan zijn omdat daar ook een cache lag. De cache hebben we uiteindelijk niet gevonden maar de route was leuk om te doen. Zo kwamen we hier ook weer langs twee solfatarenvelden waar de stoom uit de grond kwam en de aarde er omheen mooi gekleurd was. De grond en het water dat eruit kwam, was op sommige plekken erg warm, namelijk tussen de 80 en 100 graden. Daarna zijn we naar de warmwatergrotten gegaan waar vroeger in gezwommen werd. Dit was grappig om te zien en het water was inderdaad lekker warm. We hadden na de tip gisteren in het restaurant besloten vandaag in het restaurant Vogafoss, (Cows-cafe) te gaan eten, waar we van af de tafel in de koeienstal in keken. Zo kun je de bedrijvigheid aan die zijde ook bekijken. Het eten was lekker en na het eten waren we zo duf dat we besloten hebben niet meer naar het openluchtbad te gaan, maar terug naar ons huisje. Hier hebben we eerst onze spullen voor morgen klaar gemaakt omdat we morgen weer gaan verkassen. Hierna hebben we nog wat Olympische spelen gekeken (beachvolleybal, halve finale Heren, waar Nederland aan het spelen was) Jammer genoeg hebben ze verloren. We zijn allemaal op tijd naar bed gegaan.
Woensdag 8 augustus.
Vandaag gingen we weer een dagje toeren dus we waren iets vroeger opgestaan, zodat we om half negen aan het ontbijt zaten. Uiteindelijk zaten we om half tien in de auto voor de tocht naar de jeugdherberg in het plaatsje Siglufjördur. We hoefde vandaag niet ver te rijden dus besloten we om een weg binnen door te nemen. Maar eerste bezochten we de waterval Godafoss. Dit was een leuke waterval en wederom weer erg toeristisch. Bij deze waterval lag ook nog een cache, dus die hebben we maar even gelicht. Wel een mooie omgeving. Het weer was vandaag bewolkt, maar het was niet meer dan af en toe een drup en zoals op het nieuwe t-shirt van Marco staat: “Don’t like the weather in Iceland? Just wait 5 minutes” De binnenland route die we hadden bedacht liep via de 842 met 2 mooie watervallen, naar de F26, de Sprengisandur-route. Dit is 1 van de 3 bekende binnenlandroutes. Deze route loopt echt over een hoogvlakte waar je alleen maar stenen (morenen van de gletsjers) ziet. Het is een soort woestijn. Zeker door de flinke wind kreeg je het echte binnenlandgevoel. Door het mooie weer van de afgelopen weken was het goed berijdbaar, met wel veel stof, zoals we ook al van onze vorige route gewend waren. Via de F881 kwamen we uiteindelijk uit op de F821. Op de top (begin van de F821) hebben we in de auto maar geluncht, want we werden weg geblazen zodra de autodeuren openging. Kijk maar op de foto. De F821 werd een heel ander verhaal. Deze was echt een jeepweg, niet van gravel, maar vooral met stenen. Op een gegeven moment ging deze ook erg steil naar beneden, over verschillende soorten en grote stenen op de weg en met heel veel doorwaadplekken. Als we dit vooraf hadden geweten zouden we het niet gedaan hebben, maar nu we hem gedaan hebben, is het wel heel erg gaaf. Tijdens de tocht naar beneden is onze lunch door het gehobbel snel verteerd J, is de auto erg vies geworden en zijn ons lichamen tig keer door elkaar geschud. In totaal was de binnendoor route 192 km en in totaal hebben we 7 uur gereden, waarvan 3 uur over de laatste 37 km van de F821! Dus je kunt wel na gaan dat er stukken bij waren waar we maar 10 kilometer per uur konden rijden. Hierdoor kwamen we wat in tijdnood, dus in Akureyri hebben we snel de boodschappen voor morgen gedaan en hebben we maar een snelle hap gegeten. Een soort Mc Donalds. Met die gedachten bestelde Linda ook kipnuggets en een grote friet. Ze was al een beetje verbaasd hoe de verkoopster keek. Toen we uiteindelijk het eten kregen, begrepen we ook de blik van de verkoopster. Een grote friet was zo veel dat we er uiteindelijk met z’n allen van hebben gegeten. Van daar uit doorgereden naar de jeugdherberg waar we rond half tien aankwamen. We hebben eerst onze bedden klaargemaakt waarna Linda en Marco wat gepuzzeld en op internet gesurft hebben en Geert en Yvonne in het dorp nog even de benen gestrekt hebben en nog een cache in het dorp gelicht hebben.
Donderdag 9 Augustus
Na het opstaan hebben we de spullen bij elkaar gepakt, ontbeten en zijn we op pad gegaan naar de volgende hostel. We hadden vandaag een lange dag, want we moesten ongeveer 360 kilometer afleggen. We hebben het echter lekker rustig aan gedaan. Tijdens de route hebben we weer een turfkerkje bezocht. Het valt ons op dat soms particulieren vroeger een kerkje bouwden voor een aantal huizen. Je ziet er hier namelijk heel veel. Tevens zijn we naar een strand geweest waar veel basaltzuilen gewoon aan het strand zaten. Je kon het echt goed zien. We kwamen in het dorpje Holar. Hier zijn de eerste school en de eerste stenen kerk van IJsland gebouwd. Tevens was hier een universiteit. Het gehele dorp was eigenlijk een bezienswaardigheid. Hier was ook een overschot aan caches, wel 7 in totaal. We hebben er 3 gedaan en zijn verder gereden. We hebben een mooie tocht langs de fjorden gehad en kwamen na de lunch bij het dorpje Saudarkrokur, waar we van de verte al de stokvissen konden zien. Deze hebben we natuurlijk ook even van dichtbij bekeken. Er lag hier ook een cache en het moest er behoorlijk stinken. Ik moet eerlijk zeggen deze vissen waren al aardig ingedroogd dus wij vonden de stank wel mee vallen. We kunnen ons echter wel voorstellen dat, als ze er net hangen, dat er dan wel een aardig luchtje zal hangen. De weg werd vervolgd en we hebben nog een goede daad verricht. Een Franse vrouw durfde met haar motor de berg niet meer af op een gravel weg. Haar medereizigers stond al beneden en liep naar boven om ook haar motor naar beneden te brengen. Dat was nog een hele klim, met het motorpak en die gravelweg. We hebben hem naar boven gebracht en de vrouw beneden bij de motor afgezet. Nu het laatste stukkie naar de hostel in Holmavik. Aangekomen bij de hostel hadden we het gevoel dat wij de enige waren. Achteraf was dat niet zo. We waren lekker vroeg en hebben dus een rustige avond gehad. Yvonne heeft het hoognodige gewassen en door de harde wind droogde het buiten erg snel. Na het eten heeft ieder zijn eigen ding gedaan en daarna naar bed.
Vrijdag 10 augustus
We hebben een rustige start gehad en lekker ontbeten. Gisteren heeft Geert nog gekeken wat we vandaag allemaal konden gaan doen. Het Heksenmuseum in Holarsvik viel van buitenaf gezien zo tegen dat we maar besloten hebben om niet naar binnen te gaan. We weten dus ook niet of we daar iets aan gemist hebben J. De tank hebben we gevuld en we zijn begonnen aan de route langs de mooie fjorden. Het is een ruig landschap met veel begroeide bergen en we reden de meeste tijd langs de fjorden. We hebben veel watervallen gezien die van de berg naar beneden stroomden en dan aan de wegkant kleine brede stroompjes vormden. Halverwege de route hebben we nog lekker wat koffie gedronken met een lokale blauwebessencake. Voor Nederlandse begrippen was het een taart. Cakebodem met een soort blauwebessenkwark erop. Superlekker en een echt Limburgs vlaaimoment. Een klein stukje verder zagen we, maar een klein stukje van de weg af allemaal zeehonden liggen. Natuurlijk werd er gestopt en hebben we een gehele tijd staan kijken en natuurlijk op de fotoshoot van de heren staan wachten. Het restaurantje om de hoek had er een plastic box staan met verrekijkers en wat potjes jam. De verrekijkers waren voor de zeehonden te bekijken en de potjes jam kon je kopen. In IJsland kan dat gewoon! We zijn in het dorpje Sudavik naar het poolvossenmuseum geweest. Hier zijn we te weten gekomen hoe de dieren leven en waar ze allemaal leven. Buiten hadden ze in een ren nog 2 vossen van elke een andere kleur zitten om te bekijken. Jammer dat de ren voor Nederlandse begrippen wat klein was. Dat vonden we toch een beetje zielig, maar in IJsland kijken ze daar blijkbaar toch anders naar. Er wordt daar – tot onze verbazing – namelijk nog gewoon gejaagd op deze vossen. Het laatste stukje was nog maar 20 kilometer voordat we bij het hotel aan kwamen. Inderdaad we zaten nu 2 nachten in een hotel. Het is ook wel weer eens lekker dat je niet in een slaapzak hoeft en dat je normale handdoeken hebt. Verder hadden we nog steeds de douche en toilet op de gang. We zijn er achter gekomen dat dit gebouw buiten de zomer dienst doet als studentenkamers. We waren redelijk vroeg in het hotel. We hebben rustig aan onze spullen uitgepakt en wat gelezen. Tegen 5 uur zijn we richting het centrum gelopen. Tijdens deze route hebben we nog een oppakker en opdrachten van een multicache opgelost. De eindlocatie van de Multi was zo ver weg dat we deze morgen zouden oppakken. We hebben in een bistro lekker gegeten en toen we terug waren in het hotel waren hebben we Catan gespeeld. We hebben nog even besproken wat we morgen zouden gaan doen.